Fokken is leuk en altijd erg spannend. Als alles tenminste goed gaat. Er komt namelijk heel wat bij kijken. Als eigenaar van de teef ben je bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het uitkiezen van een geschikte reu en het vaststellen van het juiste moment van dekken. Daarnaast moet je ook nog de dracht en de geboorte begeleiden en na de bevalling de teef en de pups verzorgen. Niet gering dus. Maar als alles goed gaat, is het zeker de moeite waard.
Als goede fokker fok je in het belang van het ras. Je test de ouder dieren. Doet verantwoordelijke combinaties en kijkt naar erfelijke gebreken en pluspunten zodat je op deze manier gezonde honden met een goed karakter fokt, die zoveel mogelijk voldoen aan de uiterlijke kenmerken zoals ze beschreven staan in de ras standaard.
Kijk niet teveel naar kampioentitels. Showen is een training net als Flyball, enz. Het grootste deel van de show wordt dus aangeleerd en maar een klein stuk van de keuring is gericht op alleen uiterlijke kenmerken. De erfelijke achtergrond bepaald de hoogste waarde voor de fokgeschiktheid. De lelijkste honden kunnen de mooiste pups geven, en de grootste kampioenen kunnen de lelijkste eendjes geven. Daarbij zegt het maar weinig over de gezondheid van de hond. Verschillende kampioenreuen staan enorm bekend slecht karakter en/of slechte gezondheid door te geven. Dit kan verklaard worden doordat er enkel naar het uiterlijk gekeken wordt (en de eigen portemonnee). Een titel is natuurlijk een super leuke erkenning maar bepaalt absoluut de fokgeschiktheid niet.
←→